[Jacobus Willemsen]
Willemsen (Jacobus), kleinzoon van den voorg., geb. te Middelburg 22 Juli 1698, werd in 1723 stud. te Utrecht, was sedert 26 Nov. 1724 kerkleeraar te Heemstede, en te Vlissingen van 30 Juli 1725 tot het einde van 1727; hij werd daarop pred. in zijne geboortestad, ontving er in 1740 den titel van hoogleeraar, legde zijne ambten neer in 1779, en overl. ald. 31 Maart 1781.
Behalve Lat. werken schreef hij o.a.: Gekroonde steenen, opgerigt als banieren in het land van Messias. Midd. 1747, een leerrede bij gelegenheid der verheffing van Willem IV. De niet heel duidelijke titel. ontleend aan het tekstwoord uit Zach. IX: 16, werd door den Eng. vertaler overgebracht als: The stones of a crown, lifted up as ensigns in the Messiah-land, Edimburgh 1748; nog gaf hij eene lijkrede op zijn ambtgenoot Is. Schorer, Midd. 1751; Hertsterckte in Jehovah, ald. 1755.