April-visch, novelle, (Vlaemsche Stem) 1851; Jacoba van Beyeren, geschiedkundig verhael (Vlaemsche Stem) 1852; Esoop de Phrygier (Broedermin) 1852; Regulus (Broedermin) 1852; Oorspronkelyke boertige tooneelliederen Brussel 1852; De zywormen (Vlaemsche Stem) 1852; Kleine byzonderheden nopens groote mannen (Broedermin) 1852; List tegen list (met J.F. Roelants), Bruss. 1854; Godfried van Bouillon, eene ware vaderlandsche gebeurtenis, nauwkeurig verhaeld, kluchtig tafereel (Almanak van het Willemsfonds), Gent 1853; Willem Beukels, oorspronkelyk zangspel, (met Eug. Stroobant), Brussel 1853; 's Knechten wil is 's meesters wil, tooneelspel, (met J.F. Roelants), Bruss. 1853; Het Vlaemsche Tooneel, eene ligte schets (Broedermin) 1853; Leonidas de duiker (Broedermin) 1853; Angelina, romantisch verhael (Broedermin) 1853; De kerkgestoelten te Vilvoorden (Broedermin) 1853; Rybroek en Spillebout, blyspel in éen bedryf, Bruss. 1854; Iets van achter de Gordyn, eene schets naer de waerheid, Gent 1854; Vluchtige oogslag over de invoering der zydestoffen in Europa (Broedermin) 1855; Een toevallige treurspeler, kluchtige novelle (Nederd. letterk. jaerboekje) 1855; Verhandeling over de vroegere ontdekkingsreizen (Broedermin), 1855; Een morgenuitstapje, wandelingsherinneringen (De Tijd), Brussel 1856; Eene gelukkige huwelyksgetuige, tooneellied, Gent 1856; Jan Breidel, drama, Bruss. 1857; Een vastenavondzot, kluchtspel, 1856; Eene bladzyde uit de geschiedenis van eenen matrassenklopper, die nog leeft, kluchtig verhael (De Leeskamer), Gent 1857, Wat sommige Franschen zoo al van hunne tael denken, letterkundige bydrage (De Tyd), 1857; De jeugd van Linneus, historisch blyspel met zang in één bedryf, Gent 1859; Het Vlaemsch Tooneel, deszelfs oorsprong, wat het vroeger was, wat het thans dient te wezen, Brussel 1859; Tooneelstukjes voor jongens- en meisjesscholen, Bruss. 1859; Tooneelluimen, bevattende tooneelliederen, alleenspraken en zangstukjes en Johanna van Vlaenderen, tooneelkundig tafereel in één bedryf Bruss. 1859; De Baes uit den ‘Rooden Ezel’, tooneelspel met zang in 2 bedryven, Gent 1862; De Visschersdochter, dramatische roman, Bruss. 1863; De Scheefgemutste, gevolgd door Doctor Kervelsoep, Camargo, de Machinist en de Verlofganger, tooneelschetsen, Gent 1863; Durfde ik 't haar eens zeggen, kluchtlied, Antw. 1865; De verdiensten der Vlamingen onder het oogpunt der kunsten, letteren en wetenschappen, Bruss. 1865; Verslag over den toestand van het Vlaamsch tooneel te Brussel van 1860-'64. Brussel 1865; Bundel tooneelliederen, Bruss. 1872; Verhandeling over den neusklank in den Brusselschen tongval, Brussel 1872; Twee verhalen (Bibliotheek van fraaie letteren), Antw. 1872; Historische bijdragen en verhalen, Brussel 1875; 's Lands praal en pracht, Brussel 1873 2 dl.; Onze vaderen, hunne verdiensten onder het oogpunt der kunsten, letteren en wetenschappen, Bruss. 1877; Historische bijdragen en verhalen, Bruss. 1877; Wetenswaardige dingen, Bruss. 1877; Openbare plechtigheden gedurende de Regeering van Koning Leopold den Eerste, (1831-1865) Bruss. 1880.