Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde

[Frans Willems]

Willems (Frans), den 20 Maart 1839 geb. te Oolen, (prov. Antw.) studeerde voor onderwijzer aan de Normaalschool van den Staat te Lier. Toen hij 21 Maart 1860 zijn diploma had bekomen, werd hij hulponderwijzer te Lichtaard, doch 15 September van ditzelfde jaar aangesteld als onderwijzer bij de gemeentescholen te Antwerpen, in welke betrekking hij aldaar werkzaam bleef, totdat hij 30 Juli 1875 door het Staatsbestuur benoemd werd als kantonaal Schoolopziener van het lager onderwijs voor de kantons Antwerpen, Contich en Boom. Sedert 1863 nam hij te Antwerpen tevens de bediening waar van leeraar in de wiskunde bij de Nijverheidsschool. Tengevolge der schoolwetverandering in 1879, gaf hij zijn ontslag als schoolopziener en kort daarna als leeraar der Nijverheidsschool en werd professor van Nederlandsche taal en letterkunde bij de Normaalschool te Mechelen en opziener van het vrij lager onderwijs te Antwerpen. Op het einde van 1880 kwam hij in de laatste betrekking terug naar deze stad en werd aldaar algemeene bestuurder der vrije katholieke scholen van geheel de dekenij, tot hij in Dec. 1887 herbenoemd werd tot kantonaal schoolopziener voor het schoolkanton Mechelen. Echter verblijft hij voortdurend in Antwerpen.

Achtereenvolgens gaf hij in het licht: Goethe's Herman en Dorothea, gedicht in negen zangen, uit het Hoogduitsch vertaald in metrische versmaat, Antw. 1864; De Heiland, dichterlijke bespiegeling op Jezus' leven, leer en lijden, in drie zangen, Antw. 1870; Zegetocht der Dood op het Slagveld, bekroonde cantate, Brussel 1871; Eerste Liedjes voor de Jeugd, naar de verzameling van Schaublin, uit het Hoogduitsch vertaald en uitgegeven met de muziek, Brussel 1871; Driestemmige Liederen voor de Schooljeugd, naar de verzameling van Johannes Weph, uit het Hoogduitsch overgebracht, en met de muziek uitgegeven in zeven deeltjes, Antw. 1868-'74; Leer-

[p. 889]

programma voor de Parochiale scholen der Dekenij Antwerpen, met aanmerkingen van methodeleer, Antw. 1880; Stijl en letterkunde, practisch handboek ter beoefening der Nederlandsche letteren, eerste deel, proza, Antw. 1881 en 1889; Allernoodzakelijkste gronden der Nederlandsche spraakleer, ten gebruike der lagere scholen, Antw. 1882 en 1885; Liederkrans voor katholieke Scholen, bijeenverzameld en grootendeels naar het Hoogduitsch gedicht, 1 deel, een- en tweestemmige stukjes voor de kleinen van kindertuinen en lagere scholen (met de muziek), Antw. 1883 en 1887; Oefeningen op de allernoodzakelijkste gronden der Nederlandsche spraakleer ten gebruike der lagere scholen, Antw. 1884 en 1887; Kindercantate, getoonzet door Em. Wambach, Antw. 1885; Nederlandsche spraakleer naar eene gansch nieuwe methode, Antw. 1886 en 1889; Liederkrans voor katholieke Scholen, tweede deel, twee- en driestemmige zangstukjes voor lager en middelbaar onderwijs (met de muziek), Antw. 1886 en 1891; Over de Benamingen der Redeelen in de Nederlandsche Taal, Lezing gehouden in de Zuid-Nederlandsche Maatschappij van Taalkunde en op last dier Maatschappij gedrukt, Antw. 1886; Redevoering over den Vooruitgang van 't Vlaamsch in 't Onderwijs, de noodzakelijkheid der goede uitspraak en der eenheid bij 't leeren onzer moedertaal, Antw. 1886; Lijstertje, liederverzameling in cijfermuziek (met G. Bols) eerste reeks, Antw. 1886, tweede reeks, Antw. 1887; Tweestemmige stukjes, eerste reeks, 1887; Op de Heide, cantate, getoonzet door Edm. van Gelder, Antw. 1887; Bijdragen over opvoeding en onderwijs, (met P.A. de Vos), Lier 1887; Oefeningen op de Nederlandsche spraakleer, naar eene nieuwe methode bewerkt, Antw. 1888; De Schelde vrij, lezing gehouden in de koninklijke Vlaamsche Academie, Gent 1888; Mgr. P. Claessens, zijn leven en sterven en zijne verdiensten als Vlaamsch letterkundige, Gent 1888; Voornaamwoorden en zelfstandig gebruikte bijvoeglijke woorden, lezing gehouden in de Kon. Vl. Academie, Gent 1889; Stijl en letterkunde, practisch handboek ter beoefening der Nederlandsche Letteren, tweede deel, poëzie, eerste stuk, Lier 1890, tweede stuk 1891. Hij leverde ook letterkundige bijdragen aan verschillende periodieke uitgaven, zooals het Nederduitsch Maandschrift, later Nederl. Tijdschrift, De Vl. Kunstbode, De Eendracht, het Nederd. Letterkundig Jaarboekje, het Jaarboekje voor Rederijkers, De Tijdspiegel, Noord en Zuid, De Nieuwe Belgische Illustratie, Het Belfort, en vooral bijdragen over opvoeding en onderwijs in de tijdschriften De Toekomst en de Nieuwe School- en Letterbode.