[Jan Jacob van Voorst]
Zijn zoon Jan Jacob, geb. te Dodewaard, 20 Sept. 1791, ontving zijn onderwijs in de laatste standplaats van zijn vader, te Amst., werd in 1808 tot de lessen op het Athenaeum toegelaten, ging vier jaar later onder zijn hierachter vermelden oom in de theologie studeeren, en werd in 1815 tot het predikambt toegelaten. Den 7en April 1816 deed hij zijne intrede te Doorn, kwam in 1819 te Goes, ging vandaar naar Amst., begon ald. zijn dienst 30 April 1828 en legde dertig jaar daarna zijn ambt neder. Hij overl. 11 April 1869.
Als schrijver gaf hij niets dan twee brochures van voorbijgaande waarde. In de gesch. onzer letteren is hij vermaard door zijne kostbare bibliotheek, in den tijd dat zijne gezondheid hem noopte zijn emeritaat te nemen, openbaar verkocht, en waarvan de catalogus een nog vaak geraadpleegd handboek blijft. Buiten den wetenschappelijken kring werd hij bekend door zijne krachtige ondersteuning van het droogleggen der Haarlemmermeer.
(Hand. Mij. Ned. Lett. 1869.)