[Alfons Lodewijk de Vlaminck]
Vlaminck (Alfons Lodewijk de), zoon van den dichter, die voorgaat, werd insgelijks geb. te Tielt 30 Aug. 1831. Op zijn vijftiende jaar werd hij klerk bij het gemeente-secretariaat en vervolgens bij het arrondissements-commissariaat zijner geboorteplaats, waar hij ook schrijver werd der aldaar bestaande Rederijkerskamer. In 1858 werd hij naar Dendermonde geroepen in de hoedanigheid van bureeloverste van het arrondissements-commissariaat, in 1865 bekwam hij er ook het ambt van stadsarchivaris, in 1870 dat van kantonaal schoolopziener voor het 9e gebied van Oost-Vlaanderen. Den 12 Sept. 1879 werd hij hoofdopziener van het lager onderwijs te Mechelen, welk ambt hij sedert 29 Mei 1885 te Brugge vervult.
De titels zijner werken zijn als volgt: Jaerboeken der aloude kamer van rhetorika, Het Roosje, met de kenspreuk ‘Ghebloeyt int wilde’ te Thielt, met platen, Gent 1863; Belegeringen der stad Dendermonde onder de regeering van Lodewijk van Male, Denderm. 1863; De stad en de heerlijkheid van Dendermonde, Geschiedkundige opzoekingen, Dendermonde 1864-'69 6 dln.; De boettochten of pelgrimaadjen der stad Dendermonde, Denderm. 1863; Het stadhuis van Dendermonde, Denderm. 1865; Naamlijst van het Magistraat der stad Dendermonde, sedert de 1e Fransche omwenteling tot in 1867, Denderm. 1867; De stedelijke ontvangers en griffiers van Dendermonde, gevolgd van de oude noorgeboden of policie-verordeningen derzelfde stad, Dendermonde 1868; De oude rederijkkamers van Dendermonde, Denderm. 1868; De oorspronkelijke opperheerschappij over het land van Waas, St. Nicolaas 1870; Het guldenboek van Dendermonde, Geslachtslijsten van eenige familiën van Vlaanderen, opgesteld naar oude en geloofwaardige oorkonden met het oog op de vergunning der patriomoniëele studiebeurzen te Dendermonde gesticht, met zestig wapenschilden, Denderm. 1872