[Maria Tesselschade Roemers Visscher]
Visscher (Maria Tesselschade Roemers), geb. 21 Maart 1594, de beroemde dochter van Roemer en elf jaar jongere zuster der voorg. Anna. Bij haar ondertrouw te Amst. met Allart Janz. Crombalch, van Alkmaar, 1 Nov. 1623, gaf zij op 28 jaar te zijn - de bekende vergissing der eenigszins bejaarde bruiden van vroeger tijd - en vestigde zich nadat het huwelijk voltrokken was te Alkmaar, waar haar evenzeer ouder-looze man, een gewezen officier, in 1634 overleed. Zij had daar ook hare beide dochtertjes verloren, en keerde alleen naar Amst. terug om andermaal - doch onder den kennelijken invloed van doorgestaan leed en klimmende jaren - het sieraad te zijn van den Muiderkring. Zelden worden zooveel gaven van lichaam en geest vereenigd gevonden, en nog zeldzamer door ieder bewonderd, gewaardeerd en gegund. Ook van haar, gelijk van haar vader en hare zuster zijn de tijdsbepalingen van haar levensbericht zeer onvolkomen. Eene familie-aant luidt: nicht maria tesselschae Salgr. overleet 20 Juni 1649, R.I.P., en het grafboek der Oude Kerk heeft: 24 Juni 1649, Tesselscha Roemer Visschers, wed. van Allart Crombalck, comt van de [Nieuwe-Zijds?] Colck; is 2 uijren beluijt met de grote clock.’ Roemer en zijne hier vermelde dochters waren katholiek gebleven, doch in gematigden geest. Tesselschade ontmoet men, den 6 Juli 1614, in dezelfde Oude Kerk, als doopgetuige over een zoontje van den Subst. schout Klaas van Buyl, die in 1609 getrouwd was in de kerk der Hervormden met hare in 1588 geb. Zuster Truytje, - hiervoor art. Jan van Swol vermeld, doch zelf geene mededingster harer letterkundige zusters - welke weder-keerig hare beide meer beroemde zusters ‘geassisteert’ had, toen deze trouwden naar den Roomschen Kerkvorm.
Hare Nederl. gedichten zijn niet afzonderlijk gedrukt De meeste inlichtingen aangaande haar leven en werken gaven Jac. Scheltema in zijne vaak onbetrouwbare verh. over De Dochters van Roemer Visscher, Amst. 1808, en Van Vloten, Tesselschade en hare Vrienden in 1629-'49, Leiden 1852.