Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 818]
| |
zaam voor het tooneel, want op 21 Dec. 1755, toen hij slechts 17 jaren telde, vertoonden de Liersche rederijkers De Ongeleerden, van hem: De onberoerlyke liefde van den persiaenschen prince Polidorus en de heldhaftige roomsche princesse Julia, treurspel. Verder leverde hij nog: Juvenilia ofte de schoone Helena, treurspel; Don Diego of de bedrogen Gierigaerd, blyspel in dry bedryven; Den Ooghst, blyspel met zang, opgevoerd den 23n Febr. 1772. Meer naam dan met zijne tooneelstukken, verwierf hij als geschiedschrijver, met de werken: Hoedanig was den staet van de handwerken en van den koophandel in de Nederlanden, ten tyde van de derthienste en veerthienste eeuwen? Brussel 1778; Algemeyne inleyding tot de aloude en middentydsche Belgische historie, voor zoo veel de togten der Belgen in verre landen, en hunne woon-verplaetsingen ofte verhuyzingen betreft; mitsgaders den invloed dezer op den land-aerd en op de zeden onzer vaderen, verdeelt in verscheyde oordeelkundige verhandelingen en tydperken, Brussel 1778 en 1781; Aentewyzen de soorten van visschen die het gemeyn voorwerp zyn van de vangst, zoo op de kusten, als in de rivieren in Vlaenderen, Brussel 1781. Het eerste en het laatste dezer geschiedkundige werken werden bekroond door de Brusselsche Academie, terwijl het tweede insgelijks eene eervolle melding verwierf. In de nalatenschap van dezen schrijver, vond men nog in handschrift een heldendicht van ruim 22,000 verzen, getiteld: Belgiade ofte Mannus, in de omkeering van den Belgischen en Celtischen staet met de verandering door den eersten Cimberschen zondvloed, in deze en in andere gewesten van Europa, Heldendicht in XV boeken. |
|