[Pieter Verhoek]
Verhoek (Pieter), geboren 4 Sept. 1633 te Bodegraven, legde zich te Gorinchem op het glasschilderen toe, beoefende te Amst. het beestenschilderen en was, volgens lofdichten althans, bekend door het nabootsen van marmer. Later ging hij naar Italië, en sleet verder zijn leven te Amsterdam, waar hij lid was van Nil volentibus arduum, den 29 Sept. 1702 overl. en den 3 Oct. d.a.v. in de Nieuwezijdskapel begraven werd, als bejaard jonkman en marmerschilder.
Zijne gezamenlijke dichtwerken verschenen onder den titel: Poëzy, nevens zijn trsp. Karel de Stoute, Amst. 1726; dit laatste was reeds uitgegeven. ald. 1689 1710 en 1724. Voor Nil voltooide hij ook eene vertaling der trag. van Quinault: Agrippa of de gewaande Tiberinus, in de uitgaven van dat genootschap gedrukt, 1689 en later.