Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 811]
| |
in de wijsbegeerte en godgeleerdheid, en werd in 1696 tot doctor in de philosophie bevorderd. Na eenigen tijd te Leiden gestudeerd te hebben, werd hij in 1699 predikant te Beets, in 1706 te Zaandijk, in 1708 te Hoorn en in 1713 te Rotterdam, waar hij 5 October 1733 overleed. Hij was beroemd om zijne buitengewone welsprekendheid; behalve eenige Latijnsche opstellen, schreef hij: Kort ontwerp der stellige godtgeleerdheyt, 2e druk, Rott. 1735, en De beginselen van de geopenbaarde filosofie, 2 dln., Rott. 1720, 2e druk, 's-Hage 1767. |
|