[Abdias Velingius]
Velingius (Abdias), zoon van den voorg., was doctor in de letteren en godgeleerdheid. In 1744 werd hij predikant te Benthuizen, in 1747 te 's-Hertogenbosch, waar hij tevens professor in de Joodsche oudheden werd. Na een verblijf van enkele jaren te Kleef, kwam hij in 1757 weder in dezelfde betrekkingen te 's-Hertogenbosch terug. In 1759 ging hij naar Heusden, in 1793 naar Bergen-op-Zoom, en deed in 1794 dienst als veldprediker. Hij overleed in 1803 op zijn buitenverblijf Ter Aa bij Berlikum.
Behalve eenige Latijnsche werkjes, redevoeringen en godgeleerde geschriften, schreef hij: Over de Illustre schoolen te 's-Hertogenbosch, waarin derzelver oorsprong, voortzetting, lotgevallen en hoogleeraren uit echte stukken nagespoord en ontdekt worden, 's-Bosch 1760; Veertig geestelijke gezangen, welke in de Gereformeerde kerken van Cleve, Gulick, Berg, Marcksland en Nieuw-Hanau gezongen worden, Amst. 1760, Hanau 1770, Kleef 1798; Mengelschriften, zijnde vrije gedachten over verschillende onderwerpen, 2 dln., Amst. 1784-'90.