[Abraham van de Velde]
Velde (Abraham van de), wiens gelijkn. vader pred. te Bergschenhoek en Vere geweest is, werd in 1640 bevestigd te Zevenhoven, weinige maanden later te Schoonhoven, in 1651 te Utrecht en daar in 1660 wegens geschillen tusschen den kerkeraad met de Regeering ontzet, werd 2 Maart 1661 beroepen te Arnemuiden en 2 Juli 1662 te Middelburg, waar hij overl. 7 Juni 1677.
Behalve bijdr. in een preekenbundel, schr. hij, naar aanleiding van den Utr. strijd, Ooghsalve om te sien wat te houden zij van de kanonnekery, Utr. 1659; verder: De Wonderen des Allerhoogsten, 1669, 7e dr. 1766; nieuwe uitgave, 1833, en derhalve veel gelezen, doch in zijne historische waarde minder bekend.