[Victor de Veen]
Veen (Victor de), te Overijssche, bij Brussel, geb. 23 April 1831, was vroeger leeraar aan de Middelbare school te Gent, thans koopman en gemeente-ontvanger in zijne geboorteplaats.
Hij schreef: De Kuipersgast, Bruss. 1862; Edmond en Joris, Bruss. 1862; Reisverhalen in merkwaardige bijzonderheden over vreemde streken, Gent 1863; Doet alles matig, is de les, Bruss. 1868; De verfranschte Dokter, Bruss. 1870; (Deze tooneelstukjes in éen bedrijf zijn allen zonder vrouwenrollen.) Zoet en zuur, vertellingen, schetsen en verhalen, Gent 1866; De verfranschte Doktor, Bruss. 1870; In Zuid-Brabant, twee novellen, Bruss., Gent, Antw. 1873; Dwangarbeid, Menschen-loting, Onze Gardcivik!!! ernst en luim, Bruss. 1883; Mijnheer Anselmo of de vrijagie van eenen ouden Jonkman, tooneelspel in twee bedrijven, met dans en zang, zonder vrouwenrollen, Antw. 1883; Beknopte beoordeeling van ‘Rijzende Blaren’, door Jan van Beers, met penteekeningen van Jan van Beers, zoon, en van ‘De Nachtraven’, door Aug. Snieders, Bruss. 1885. Tevens schreef hij verschillende artikels in Noord en Zuid, De Belgische Illustratie, en De Vlaamsche Kunstbode.