[Marcus van Vaernewijck]
Vaernewijck (Marcus van), geb. te Gent 21 Dec. 1518, ondernam in 1550 eene reis naar Italië, later door de verschillende provinciën van N. en Z. Nederland en vestigde zich dan weder in zijne geboortestad, waar hij een ijverig lid en tevens raad en factor werd der Rederijkerskamer Maria t' eeren. In 1563 was hij ook gouverneur der stedelijke armenkamer aldaar en tweemaal werd hij schepen der stad Gent, alwaar hij overleed 20 Febr. 1569.
Hij schreef: De Cronijcke van Vlaenderen in 't corte, metgaders van Brabant, Arthois, Henegauwe, Hollant, Zeelant, Vrieslant ende anderen omligghenden landen, Onder wien dat zy van den beghinne des weereldts gheweest zijn: met haerlieder oorsprongh, afcomst ende regiment tot desen teghenwoordighen tyde van onzen aldergenadichsten ende onverwinnelicsten conyngh Philippus van Oostenrijcke, conyngh van Spaengen, van Inghelant, van Vrankerijck enz. grave van Vlaenderen. Uut diverschen gheapprobeerde Autheurs met neerstigheyt byeen vergadert, Gent 1557, 2e druk, 1563; Den Spieghel der nederlandscher audtheyt. Inhaudende die constructie oft vergaderinghe van Belgis. Waerinne men zien mach als in eenen claren spiegel vele wonderlicke gheschiedenissen, die van alle oude tyden, over alle die weerelt geschiet sijn: maer bysonder in die Nederlanden, als sijn Vlaendren, Brabant, Hollant, Zeelant, Vrieslant, Ghelre, Gulic, Cleve, Westphalen, Henegauwe, Artois ende derghelijcke: ooc van Inghelant, Schotlandt, Vrankrijcke, Duitschlant ende ander landen ende nacien, daert te passe commen sal: seer lustich, vremt ende wonderlic om lesen, om der onghehoorder autheyt wille, by gheen Historiographen of chronijckeurs in't licht