[Pieter Johannes Uylenbroek]
Uylenbroek (Pieter Johannes), geb. te Amst. 7 Dec. 1748, was jong werkzaam in den handel en beoefende talen en poëzie, verkeerde in den dichterkring in den winkel van Pieter Meijer, blz. 507 kreeg door huwelijk in 1780 zelf een boekhandel, zoodat na den dood van Meijer, in het volgend jaar, dezelfde vereenigingen te zijnen huize plaats hadden. Hierdoor werd hij op zijne beurt de leidsman der jongeren en de uitgever van hunne werken. In 1788 begon hij de uitgaven der Kleine Dichterl. Handschr., die een grooten invloed hadden op de poëzie dier dagen; die verzameling verscheen nog in beknopte uitgave, Amst. 1823-'27. Hij overl. te Amst. 16 Dec. 1808.
Hij schr. eerst dichtst. in de Algem. Oefenschool van Meijer en in De Rapsodist., Kosmopoliet en dgl., plaatste ze later in de Handschr., die hij zelf van het begin hunner uitgave tot aan zijn dood redigeerde; verder gaf hij meest zeer verdienstelijke vert. van tooneelwerken, als: Fedra trsp. Amst. 1770-'80; De Smirnasche koopman, trsp. ald. 1775; Romeo en Julia trsp. ald. 1771-'86; Wilhelmina van Blindheim trsp. ald. 1777; Merope trsp. ald. 1779; Presenteer 't geweer, blsp. ald. 1779; Lucille, trsp. ald. 1780; Teunis en Teuntje, trsp. ald. 1783; Fanfan en Klaas of de twee zoogbroeders, trsp. ald. 1738; De echtgenooten hereenigd trsp. ald. 1781; De ware heldenmoed, trsp. ald. 1796; Fénélon of de Kamerijksche kloosterlingen, trsp. ald. 1796; Cajus Gracchus, trsp. ald. 1797; Epicharis en Nero, trsp. ald. 1798; De gevangene of de gelijkenis blsp. ald. 1798; Edipus te Kolone, zangsp. ald. 1799; Marianne trsp. ald. 1800; Othello of de Moor van Venetië, trsp. ald. 1802, 3e druk 1813.