[Jan Frans Thijs]
Thijs (Jan Frans), te Brecht geb. 11 Jan. 1749, studeerde als geestelijke en was eerst premonstreitenzer en heiligschrijver in de abdij van Tongerloo en daarna pastoor te Wijnegem bij Antwerpen, in welke gemeente hij stierf den 3 Jan. 1824. Om zijne geschiedkundige kennissen geacht, was hij tot lid benoemd der Academie van wetenschappen te Brussel.
Hij schreef onder den naam Isfridus Thijs en zijne werken zagen het licht onder de titels: Memorie over de culture in de Meyerye van 's-Hertogenbosch, Mechelen 1792; Historische verhandeling over den staet van het Nederland, door J. Thijs, Pastor in Wyneghem, Mechelen 1809; Troost der kwynende of verhandeling over de gemoeds-ontsteltenissen, Antwerpen 1817; Verhandeling over onze Nederduytsche tael, Antwerpen 1821; Beknopte verhandeling over de teekens welke den laetsten dag des Heeren zullen voorgaen, Antwerpen 1822.