[Mr. Gerardus Nicolaas de Stoppelaar]
Stoppelaar (Mr. Gerardus Nicolaas de), geb. 27 Febr. 1825 te Middelburg, studeerde en prom. in 1848 te Leiden, werd in 1852 griffier ter gemeente-secretarie, en in 1856 secretaris zijner geboortestad, waar hij tevens auditeur bij den schuttersraad en voorzitter en secretaris van vele vereenigingen is, wier levenswekkend beginsel hij veelal uitmaakt.
Hij schreef: Eene bladzijde uit Middelburgs geschiedenis 1501; Graaf Philips de Schoone in het schuttershof van den Edelen Handboog, 1853; Verslag van het verhandelde op het XVIIe Nederlandsch landbouwkundig congres gehouden te Middelburg den 17-20 Juni 1862; Kort overzicht der geschiedenis van den Zeeuwschen spoorweg en de daarbij behoorende werken, 1866; vermeerderde uitgave in 1867. Inventaris der archieven van de confrérie van St. Sebastiaan te Middelburg, 1867; De Vlissingsche poort 1639-1866, 1868; Catalogus der tentoonstelling van Zeeuwsche oud- en merkwaardigheden in de provincie Zeeland of elders voorhanden, 1 Aug.-3 Sept. 1870, 2de verm. dr., 1870; Catalogus der oud- en zeldzaamheden, schilderijen, teekeningen en portretten aanwezig in de oudheidskamer ten raadhuize van Middelburg, 1870; Handelingen van het XIIe Nederl. taal- en letterk. congres gehouden te Middelburg 3, 4 en 5 Sept. 1872, 1873; Het Schuttersgilde van den Ed. Handboog, confrérie van St. Sebastiaan te Midd., als hs. gedr. 1889; al zijne geschr. werden te Middelburg uitgegeven. Hij had het voornemen om een Geschiedenis van Middelburg te schrijven en daarvoor reeds jaren lang bouwstoffen verzameld toen in 1868 zijne woning en bibliotheek afbrandden, waardoor zijne uitgebreide en kostbare verzamelingen verloren gingen.