[Judocus Johannes Steyaert]
Steyaert (Judocus Johannes), geb. 26 April 1799 te Gent, waar hij 19 April 1858 overleed. Eerst wijdde hij zich aan de schilderkunst, om later (1821) zich op het onderwijs toe te leggen. Hij werd in 1828 hoofdonderwijzer aan de gemeenteschool in 't Prindershof.
Hij schreef: Over het lager onderwys in België en een woord over een werk getiteld: Essai sur l'instruction primaire, par C. van Nerum, Gent 1838; Beschryving der stad Gent, of geschiedkundig overzigt van die stad en hare bewooners, de merkwaerdige gebouwen, gestichten en maetschappyen, de beroemde Gentenaren, enz. met platen, Gent 1838; Verhandeling over de noodzakelykheid van eene wet op het onderwys in België, beschouwd als het geschikste middel ter bevordering van de zedelykheid en welvaert der geheele natie, Gent 1840; Levensschets van den heer Joseph van Crombrugghe, in zyn leven burgemeester der stad Gent, Gent 1844 (bekroond); Hugo van Somergem, 1844; Liederick de Buck, eerste forestier van Vlaenderen, historisch drama in 5 bedryven, Gent 1846; Beknopte Geschiedenis van Gent of verkorte historische beschouwing van die stad, Gent 1847; Geschiedkundig onderzoek of proef van medewerking ter herstelling van de oude en echte namen der straten, openbare plaetsen, enz. der stad Gent, voor zoo verre zy kunnen worden afgeleid van de grondgesteldheid der streek, alwaer die streken enz. gelegen zyn; gevolgd van eene alphabetische naamlyst van al de straten enz., met de beknopte opgave waerom zy zoo genoemd worden: immers in zoo verre die verklaring mogelyk is, Gent; Ongeval van Lieven Pien, Gent 1848; Beknopte verhandeling over de byzonderste nyverheidstakken in Vlaenderen, Gent 1853; Een speelreisje in België, behelzende schilderachtige en geschiedkundige beschryvingen der landstreken en nationale gedenkstukken, zeden, gebruiken en instellingen, levensschetsen van beroemde Belgen, enz. met platen, Gent 1858.