Behalve eenige preeken gaf hij uit: Agnes, een berijmd verhaal, Winsch. 1836; Lentebladen, woorden des geloofs en der liefde, den jongeling toegesproken in de heiligste dagen zijns levens, Gouda 1851; Het gewichtigste levensuur, raadgevingen en lessen aan jonge meisjes, Gouda 1851. Verder ged. in de Rietscheutgalmen, en stukken in proza en poëzie in den Gron. Studentenalmanak, en in het tijdschr. Gelderland, psd. Justus Gozewinus van der Plas; een ander psd. was J. van den Dijk.