[Johannes Rudolf Steinmetz]
Steinmetz (Johannes Rudolf), broeder van den voorg., geb. te Meppel 15 Maart 1829, werd in 1850 2e Luit. der inf., was van 1859-'63 leeraar in Ned. taal- en letterk. en Gesch. aan de K.M.A., werd 29 Mei 1883 luit.-kolonel bij den Prov. staf in Den Haag, en woont thans te Nijmegen.
Hij schreef: Aandoeningen en gedachten, Nijm. 1852; Zangen en liederen. Poëzy der liefde, Nijm. 1852; Manfred, een dram. gedicht naar Lord Byron, Amst. 1857; bijdr. in De Milit. Spectator en eenige gedichten in het Jaarboekje der Kon. Mil. Academie voor 1861 getiteld: Zegelied van van Roncevaux, Zangers droefheid en verrukking, en Davids klaagzang voor de gesneuvelden van Gilbóa. Voor de Mij. der Ned. Lett. bewerkte hij het Levensbericht van zijn' vriend en medelid Mr. S.J.E. Rau, Leiden, 1888.