[Lodewijk Frans van Spilbeeck]
Spilbeeck (Lodewijk Frans van), broeder van den voorgaande, geb. te Antwerpen 16 Jan. 1840, studeerde voor geestelijke en werd premonstratenser kanunnik-regulier der abdij Tongerloo, waar hij ook leeraar was der godgeleerdheid en circator; later werd hij prior en tevens leeraar der godgeleerdheid in de abdij van Park. In 1876 keerde hij naar Tongerloo weder, werd er supprior, secretaris des prelaats, leeraar der wijsbegeerte en der godgeleerdheid.
Onder zijnen kloosternaam: Waltmannus schreef hij in het tijdschrift De Vlaamsche School: Wapenschilden der abten van Tongerloo, 1868; De bisschoppen van Antwerpen en hunne wapenschilden, 1869; Klein aartsbisschoppelijk Seminarie van Mechelen. Leergang van Oudheidkunde, 1870; Het Coliseum te Rome, 1871; Johannes Maes, een-en-dertigste abt van Park, 1871; Waltmannus van Dijck, 1872. Ook bewerkte hij eene vrije vertaling naar den Franschen lierzang van J. Thielens, onder titel: De Armmeester, die insgelijk in gemeld tijdschrift en ook afzonderlijk verscheen in 1875. Verder gaf hij uit: Norbertijnsche Mengelingen, Antw. 1881; De voormalige abdijkerk van Tongerloo, Antw. 1883; Necrologium van het klooster Bethlehem te Zwolle, Overijssel 1884; O.-L.-V. ter Voort, Lier 1885.