Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Jakob Samuel Speyer]Speyer (Jakob Samuel), wiens gelijknamige doch jong overleden vader een zeer bekwaam mathematicus was, werd geb. te Amst., 20 Dec. 1849. Hij werd door de zorgen van zijn' geleerden oom E.M. Calisch, zie blz. 142 voor de studie opgeleid, begon deze aan het Athenaeum aldaar, en zette die voort te Leiden, waar hij het voorrecht had een leerling te zijn van prof. Kern, prom. ald. 21 Dec. 1872, werd daarna docent aan de Lat. school te Hoorn, leeraar aan het stedelijk gymn. te Amst. 2 Oct. 1873, bij de oprichting der gem. universiteit lector in het Sanskrit, 12 Sept. 1877 en buitengewoon hoogleeraar in dezelfde taal, 24 Sept. 1888, en is sedert 23 Maart 1889 hoogl. in het Latijn aan de rijks-universiteit te Groningen. Zijne Lat. diss. over eene Oud-Indische ceremonie gaf Van Limburg Brouwer aanleiding om dit en andere werken over Indologie bij voorkeur in het Eng. te beschrijven, zoodat dientengevolge geschr. van dezen geleerde in die taal bestaan. Behalve een paar leerboeken, schr. hij in het Ned.: De waarde van het Sanskrit voor de wetenschap van de taal, Amst., 1888; De Lat. philologie en hare betrekking tot de linguistiek, Leiden 1889. |
|