[Jan Lodewijk Maria Somers]
Somers (Jan Lodewijk Maria), 27 Juli 1798 te Antwerpen geb., wijdde zich aan het onderwijs en werd schoolmeester in de Nederduitsche taal. Na de omwenteling van 1830 hervatte hij zijne studiën en werd advocaat, in welke hoedanigheid hij zich in Jan. 1846 te Brussel vestigde waar hij ook overleed.
Zijne letterkundige werken zijn: Redevoering over de enkele en dubbele vokaelspelling, uitgesproken op het Antwerpsche schoolonderwyzersgezelschap, in de vergadering der maend October 1825, Antw. 1826; Drie vraagstukken over de filosofische nederduitsche spraakkunst, beantwoord door J.L.M. Somers, Antw. 1830. Toen J.F. Willems en andere degelijke taalkundigen de spelling van het Nederlandsch wilden regelen en vaststellen, was Somers een dergenen, die dwaas beweerden, dat men het Vlaamsch door het Hollandsch wilde doen verdringen, en hij schreef het: Epitre aux hommes de lettres de Belgique, relativement à la décision du 18 Août 1839, prise par la commission, nommée parmi la société pour le progrès de la langue et littérature flamande, Anvers 1839.