[Jan Frederik van Someren]
Someren (Jan Frederik van), zoon van den voorg., geb. te Zutphen, 12 Maart 1852, doorliep het gymnasium aldaar, werd opgeleid in den boekhandel van zijn vader, was daarna werkzaam bij de firma's Is. A. Nijhoff te Arnhem en Fred. Muller te Amst., tot aan zijne benoeming bij de stedelijke, later universiteits-bibl. aldaar in 1880. Sedert 1 April 1889 is hij bibliothecaris van de rijks-universiteit te Utrecht.
Schr.: Essai d'une bibliographie spéciale de la peinture et de la gravure en Hollande et en Belgique, (1500-1875), Zutphen 1882; Lijst van boekwerken, geregistreerd op het Min. van Justitie, Amst. 1883; Moderne kunst in Nederland. Grav. van P.J. Arendzen, ald. 1883-'85; Beredeneerde Beschr. van gegraveerde portr. van Nederlanders, ald. 1888-'90, dl. I en II, als vervolg op Muller's catalogus; Oude Kunst in Nederland. Etsen van W. Steelink, ald. 1888-'90; Marnix-studiën, Utrecht, 1891. Was verder red. van Letternieuws, Amst. 1881-'85, en schr. art. in Arnh. Courant, Nieuwsblad voor den Boekhandel, Handelsblad, Europa, Nieuws van den Dag, Weekblad De Amsterdammer, Oud-Holland, De Portefeuille, N. Rotterd. Courant, De Navorscher, Ann. du Bibliophile Belge, Bibliogr. Adversaria en Dietsche Warande. Na het overl. van Vosmaer, bijschr. voor De Distel, dl. IV; ook werkte hij mede aan dl. III en IV van Muller's Beschr. der Nederl. Historieprenten. Sedert het begin van 1891 is hij redacteur van De Navorscher.