[Jan Smits Isz.]
Smits Isz. (Jan), geb. te Dordrecht 18 Febr. 1775, was zeepzieder in zijne geboorteplaats, en overleed aldaar 28 Maart 1857.
Hij schreef: Verh. over de inbraak en overstrooming van den grooten Z.-Holl. waard op 18 Nov. 1421, Dordr. 1822; Verh. over den alouden staat der eerste bevolking en vroegste gesch. van Z.-Holland en van de stad Dordrecht in het bijzonder, Dordr. 1824; Iets over de krankzinnigen en de behandeling van dezelven, Dordr. 1829, 2e dr., 1841 (niet in den handel); Goedkoop, Dordr. 1832; Nalezingen en aant. op het 1ste deel van de Gesch. des Vaderlands van Mr. Willem Bilderdijk, Dordr. 1834; als voren op het 2de deel, 1835; Voorzeggingen van de H. Hillegonda omtrent de Belgische omwenteling, Dordr. 1835; Geschiedk. bijzonderheden van het huis Te Merwede bij Dordrecht, en van het landschap, de rivier en het geslacht der Heeren of baronnen van dien naam, 's-Hage 1839; Geschiedk, beschouwing van het Stadhuis te Dordrecht, Dordr. 1840; Beschr. van eenige schilderijen op het stadhuis te Dordrecht, Dordr. 1841; Belangrijke brief door Willem I, den 16 Mei 1572, uit Dillenburgh geschreven aan zijne vrienden in Dordrecht, met eenige geschiedk. bijz., Dordr. 1841; Toevoegsel tot het geschiedk. gedeelte van de voorlezing door Mr. N. Carbasius over Jan van Heelu en zijn gedicht (met Dr. G.D.J. Schotel): De