Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 732]
| |
studie aldaar gewoonlijk vermeld wordt; hij bezocht Duitschland, Frankrijk en Engeland, werd in 1613 pred. te Sittard en na de verovering zijner standplaats door de Spanjaarden prof. te Sedan. Zijne ouders, inmiddels te Nijmegen gevestigd, bewerkten zijne overkomst daarheen; hij werd daar in 1618 pred., bedankte in 1644 voor een professoraat te Harderwijk, en overl. te Nijmegen, 30 Mei 1651. Zijne opleiding onder Pontanus en zijn omgang met zijn collega te Sittard Teschenmacher, den schrijver der Annales Cliviae, Juliae etc. brachten hem tot het opstellen van Lat. werken, die hem eene plaats onder de oudheidkundigen verzekeren. Hieruit ontstond een kleiner werk, dat, door zijn hier volgenden zoon bewerkt, het licht zag, als: Beschr. en chronyk van de Oude Stad der Batavieren, en de grondslag is van de Chron. van de stad der Batavieren nevens de beschr. van Nijmegen, Nijm. 1784. Naar aanleiding der verovering van Maastricht door Frederik Hendrik, gaf hij: Oude Nieuwe Wereld, (Nijm.) 1632. Nijm. 1699 en 1738. |
|