Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 731]
| |
het seminarium te Gent. Ook was hij aalmoezenier en lid van den bisschoppelijken raad, lid van het Nationale Congres en van verschillende geleerde genootschappen. Hij overl. in zijne geboortestad op 13 Febr. 1877. Zijne meeste werken werden in het Fransch geschreven. In het Nederlandsch verschenen: Ochtend-Gedachten over het nut der christenvriendschap aen M.D.V.E.B.H.I., 1825; Geschiedenis van Belgien naer het Fransch, Gent 1837; Kort begryp der geschiedenis van Belgien; Gillis le Muissis, levensschets, Gent 1834; Maend van Maria, Gent; Levensschets van Paus Gregorius XVI, Gent 1846; Nieuwe maend van Maria, opgedragen aen de geloovigen der beide Vlaenderen; Gelukwensch aen den Eerw. Heer Joannes Baptiste Josephus de Breuck, als hy, voor de eerste mael, het onbloedig slagtoffer der nieuwe wet den Heer had opgedragen, in het bisschoppelyk seminarie te Gent den 26 December 1849, Gent 1856; Getrouw verhael der marteldood van de heeren van Oudenaerde, ten tyde der beeldstormery naer gelyktydige schryvers, met vyf portretten, Gent 1864; Miraculeus beeld van O.L. vrouw ten Doorn te Eecloo, Gent 1866; Volledig leven van den Heiligen Macharius, Gent 1867. |
|