gesloten vrede keerde hij terug, leefde als weduwnaar met twee kleine kinderen op eene uiterst eenvoudige wijze, totdat de oorlog van 1672 hem andermaal in ‘beklaegelyke ballingschap’ bracht. Met zijne kinderen woonde hij eenigen tijd bij een zwager, te Alkmaar, werd hulpprediker te Deventer, nam met goedvinden der Eibergers een beroep naar Rouveen aan; hij wordt in de acta der Zutfensche classis voorgesteld al in 1674 naar Rouveen vertrokken, doch was reeds in Dec. 1673 te Zwolle overleden. De persoonlijkheid van ‘dominee Sluter’ leeft uog in zijne geboortestreek voort; zijne veelgelezen en lezenswaardige werken zijn talrijk en werden later in bundels uitgegeven, nl. uit bijeengevoegde afz. werken bestaande, als:
Werken, Amsterdam en elders: 1680-'82, bevattende: Psalmen, Lof-sangen en Geestelicke Liedekens, Hooglied, Buitenleven, Gezangen, Triumfeerende Christus, Sterfgezangen, Eenzaam huis- en winterleven, Lof der H. Maagd Maria, Eibergsche zanglust, Vreugde- en liefdezangen, Klaagliederen van Jeremia, enz. Op deze wijze bestaan ook editiën van Amst. 1731, 1739, omstreeks 1776; ‘Alle de werken’ zagen nogmaals het licht, Rott. 1839, gevolgd door eene uitgave ald. 1861, die ‘De laatste druk’ heet en door een levensbericht is voorafgegaan.