mata, verzameling van vier oorspronkelyke tooneelstukjes (onder het pseudoniem: Albrecht van den Bossche,) Antw. 1841; Kronyken der straten van Antwerpen, 3 dln., Antw. 1843; De Vlaemsche Stem, tydschrift ter bevordering van de Vlaemsche Tael, onder het bestuer van Jacob van de Velde, Ecrevisse en Sleeckx, Bruss. 1846-1849; Koben Daeltjes, Bruss. 1847; Vlaemsche Zelf-opoffering, Bruss. 1848; Steek altoos twee neusdoeken in uwen zak, Bruss. 1848; Mieken Tummers, Bruss. 1848; Dry kleine ware geschiedenissen, Bruss. 1848; Het Drie-koningenfeest, Bruss. 1848; Het Kasteel te W., Bruss. 1848; Volksverhalen, Bruss. 1848; De Keizer en de Schoenlapper, of de gekroonde laers, blyspel in 1 bedryf, Bruss. 1848; Over den Toestand der Vlaemsche Beweging, voordracht, Bruss. 1849; Over het Nederlandsch Tooneel, voordracht, Bruss. 1850; Over de Plichten der Werklieden jegens hun huisgezin, Antw. 1850; Smeke-Smêe, duivelary in dry bedryven, Antw. 1851; De Kraenkinders, drama in dry bedryven, Amst. 1851; In alle standen, verhalen, karakters en zedeschetsen, Bruss. 1851; Beschryving der Provincie Antwerpen, Antw. 1852; Volledig Nederduitsch-Fransch en Fransch-Nederduitsch Woordenboek, (met J. van de Velde), Bruss. 1852 en 1861; Zakwoordenboeken. Woordenboeken ten gebruike van collegiën en onderwijsgestichten; Jan Steen uit vryen, liedjesspel in twee bedryven, Bruss. 1852; De gilde van St. Lucas en Tael en Kunst, door een ex-gildebroeder, Antw. 1854; Neel de Loods, liedjesspel in éen bedryf, Antw. 1854; Berthilda, drama in dry bedryven, Antw. 1854; Ontmoetingen, Gent 1856; In 't Schipperskwartier, Amst. 1856; De klêeren van myn vrouw, blyspel in éen bedryf, (onder het pseudoniem van den Bogaert), Gent 1857; Meester en Knecht, drama in dry bedryven, (bekroond), Gent 1857; Beschryving der Provincie Oost-Vlaenderen, Gent 1858; De Suikeroom, tooneelspel in dry bedryven, Gent 1858; Geld of Naem, blyspel in éen bedryf, (bekroond), Gent 1858; Paul, Gent 1858; De Alleenloopers, blyspel in éen bedryf, Gent 1860; Het Spook, blyspel in éen bedryf, Gent 1860; Beschryving der Provincie Brabant, Gent 1861; Zoo de ouden zongen, zoo piepen de jongen, spreekwoord in een bedryf, Antw. 1861; Matroos, Soldaet en Sjouwerman, blyspel in éen bedryf, Antw. 1861; Geert en Geertje, blyspel in éen bedryf, Antw. 1861; De genaemde P., blyspel in éen bedryf, Antw. 1862; Gretry, drama in vier tydvakken, (bekroond) Gent 1862; De Visschers van Blankenberg, blyspel in éen bedryf, Antw. 1863; Voor eene Wedding, tooneelspel in éen bedryf, Antw. 1863; Op 't Eksterlaer, Gent 1863; Dirk Meyer, eene geschiedenis van den waterkant, Gent 1864; In de Vacancie, Gent 1864; Zannekin, voordracht, Antw. 1884; Zannekin, drama in vier bedrijven, Antw. 1865; Over de Nederlandsche Letterkunde, voordracht, Antw. 1865; Basilio en Quiteria, blijspel in éen bedrijf, Antw. 1865; In 1814, vaderlandsch tooneelspel in vier bedrijven, Antw. 1866; Te Zijn of Niet te zijn, brieven over het Nederlandsch tooneel, Bruss. 1866; Oude en Nieuwe Adel, tooneelspel in drie bedrijven, Antw. 1866; Eene Vrouw met eenen baard, kluchtspel in éen bedrijf, Antw. 1866; Reinaart de Vos, voordracht, Antw. 1866; Jacob van Maerlant, voordracht, Antw. 1866; Jacob Cats, voordracht, Antw. 1866; Guldentop, blijspel in éen bedrijf, Antw. 1866; Voorbeelden van Stijl en Letterkunde, Luik 1867; Tijbaerts en Kie., Gent 1867; Theodoor van Rijswijck, voordracht, Antw. 1867; Tollens, voordracht, Antw. 1867; De Plannen van Peerjan, Antw. 1867; De Rederijkers, voordracht, Antw. 1869; Neef en Nicht, Zuster Juliana. De Kraag des Duivels, Voorgevoel, Gille Gillegouwken, De groote St. Bernhart, Antw. 1869; Kunst en Liefde, Gent 1870; De Scheepstimmerlieden, Antw. 1870; De Wraak van den Jood, tooneelspel in éen bedrijf, Antw. 1870; De Scheepstimmerlieden, drama in éen bedrijf, Antw. 1870; Over de Lichtteekening, Gent, 1871; Hildegonde, een verhaal van het einde der XVe eeuw, Antw. 1872; Hoe Engel zijn Bientje kreeg, Amst. 1873; De Nederlandsche Roman, - Elisabeth Bekker en Agatha Deken, Antw. 1873; Alexander Dumas fils, als zedenmeester, Utr. 1873; Willem von Kaulbach, Gent 1875; Eduard III en de Gravin van Salisbury, Gent 1876; Werken van Sleeckx, 17 dln., Gent 1877-1888; Dramatische werken van Sleeckx, Gent 1888-1889; Hans Saks en zijne Gedichten, Gent. 1885; Chamfort, Gent 1885; Anneessens, Gent 1886; Een Chineesch over het Chineesch Tooneel, 's Gravenh. 1886; Dumas père en de Fransche Critiek, 's Gravenh. 1887; Op mijn Dorpken, 's Gravenh. 1887; Nederlandsche Spraakleer, Namen 1887; Gronden der Nederlandsche Spraakleer, Namen 1888; Karel VI en Maria-Theresia, Gent 1888; Jozef II en zijne Regeering, Gent 1888; Oefeningen op de gronden der Nederlandsche Spraakleer, Namen 1889; Cervantes als Tooneeldichter, Gent 1889; De Patriottentijd, Gent 1889; De Jacobijnen in België, Gent 1889. Ook leverde hij bijdragen in de tijdschriften: De Noordstar, De Vlaemsche Rederyker, het Letterkundig Jaerboekje, De Vlaemsche Stem, het Muzen-Album, Het Vaderland, het Leesmuseum, de Dicht- en Kunsthalle, de Jaarboeken van het Willemsfonds, De