Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 724]
| |
stratieve werkzaamheden verpoosde hij door oudheidk. nasporingen en het maken van voorwerpen, uit ivoor of hout gesneden, die getuigen van zijne kunstvaardige hand. Hij overl. te Hoensbroek, 14 Oct. 1882. Hij schreef: Het Markgraafschap Hoensbroek, gevolgd door geschiedk. aanteekeningen over het voormalige land van Valkenburg, Maastricht 1859: Bijdr. tot de gesch. van het tegenwoordige hertogdom Limburg, 2 dln., Amst. 1865; De Fransche Maire in een Ned. kleed gestoken, (bewerkt naar de Cormenin), Sittard 1868; De Hof te Asselt, Roermond 1869; Voogdgedingen in de landen van Overmaze, Roerm. 1870; Verscheidenheden betrekkelijk Walhorn, Kloosterrade, Venlo, Roermond, Meijel, Geijsteren, Gulpen, Vylen en Simpelveldt, Roerm. 1872, en opst. in De Maasgouw en in de Publications etc. du Limbourg. (Hand. Mij. Ned. Lett. 1883.) |
|