[Gustaaf Jan Segers]
Segers(Gustaaf Jan), te Hoogstraten geb. den 29 December 1848, genoot zijn onderricht aan de staatsnormaalschool te Lier, waar hij op 26 Maart 1868 zijn diploma als onderwijzer verwierf. Van toen was hij gemeente-onderwijzer te Leuven, op 5 Juni 1875 werd hij in dezelfde betrekking benoemd te Antwerpen en sedert 24 Sept. 1879 is hij leeraar van Nederlandsche taal- en letterkunde en van Duitsche taal aan de staatsnormaalschool van Lier.
Hij leverde bijdragen over opvoeding en letterkunde in het tijdschrift De Toekomst, de Dicht- en Kunsthalle, het Nederlandsch Museum, de Vlaamsche Kunstbode en La Revue des Langues Modernes. Afzonderlijk liet hij verschijnen: Jan Smeesters, novelle, Antw. 1873; Georges Lafitte, Antw. 1874; Peer Keusters, Antw. 1874; De familie Herckens, Antw. 1874; Hergarde, een romantisch verhaal uit het eerste der IIIe eeuw (bekroond) Antw. 1875; Uit Land en Stad, Antw. 1876; Dorpsgeschiedenissen, verhalen uit de Antwerpsche Kempen, Leuven 1879; In de Kempen, verhalen en novellen, Antw. 1882; Gelukkig, roman, Roes. 1887; Tante Fien en hare Erfgenamen, verhaal, Gent 1888; Joost van den Vondel. Verslag der Antwerpsche Feesten ter gelegenheid der driehonderdste verjaring van Vondels geboorte, benevens zeven studiën over het leven en de werken van Nederlands grootsten dichter, Antw. 1888; Bilderdijk, eene voordracht aan de leerlingen der staatsnormaalschool van Lier, Gent 1889; Vondel en Bilderdijk, Gent 1889; De Beren, een verhaal, Ninove 1890; Trien Klep, een verhaal, Gent 1890; Joost van den Vondel, studiën over het leven en de werken van Nederlands grootsten Dichter, Antw. 1890.