[Mr. Johannes Baptista Josephus Nicolaus, ridder de van der Schueren]
Schueren (Mr. Johannes Baptista Josephus Nicolaus, ridder de van der) geb. 13 Jan. 1841 te 's-Gravenhage, studeerde en promoveerde in de rechten, werd in 1867 griffier bij het kantongerecht te Nijmegen, in 1870 kantonrechter te Wijchen en in 1877 rechter in de Arr. rechtbank te Rott., thans raadsheer in Den Haag.
In de Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom Haarlem (deel IV, X en XII) schreef hij: De oude kerk en de kapellerij van de Zijl onder Leiderdorp, 1876; Eenige mededeelingen omtrent het Regulieren-convent en andere geestelijke goederen onder Leiderdorp, 1882; Bijdrage tot de geschiedenis van de confiscatie van de geestelijke goederen in Holland en Zeeland, 1883. Verder gaf hij Brieven en onuitgegeven stukken van Jonkheer Arend van Dorp, Heer van Maasdam, in de Werken van het Hist. Genootsch. te Utrecht, 1887.