Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Wilhelmus Schortinghuis]Schortinghuis (Wilhelmus), geboren te Winschoten 23 Februari 1708, werd in 1723 predikant te Weender, in 1734 te Midwolda, en overleed 20 November 1750. In de geschiedenis der Ned. Herv. kerk, is hij befaamd door zijn werk: Het innig Christendom, Gron. 1740, waarin de ontwikkeling der stellingen: De mensch wil niet, kan niet, weet niet, heeft niet, deugt niet, - zijnde bekend als de vijf nieten van Sch., die groote onrust te weeg brachten. Zie hierover het art. v. Berkum, blz. 60 van dit Wdb. Behalve zijn theologische geschriften maakte hij zich ook als dichter bekend door: Geestelijke gezangen tot ontdekkinge, overtuiginge, bestieringe en opwekkinge van allerly soorten van menschen, so onbekeerden als bekeerden. Alsmede: eenige beknopte gezangen over de voornaamste waarheden, Gron. 1733 (4de druk 1745); Bevindelijke gesangen vertonenden een uytverkoren zondaar: I. zijne natuurstaat, II. aan sich selfs ontdekt en III. Geheyligt, Groningen 1733 (van dit werk verschenen acht drukken); Lijktranen uitgestort over het zeer droevig, ontijdig, dog salig overlijden van de eerz. Mevrouwe A.C. Siccama, geboren Hora enz., Groningen 1730; Lijktranen uitgestort over het onverwacht, zeer smertelijk doch salig overlijden van eerz. Johan Hora, Raadsheer in Groningen, Groningen 1744. |
|