[Hendrik Schim]
Schim (Hendrik), zoon van Pieter Schim, een liefhebber van de poëzie, werd te Maassluis geb. in 1695, was daar looier en leerhandelaar en overleed er in 1742.
Men heeft van hem: De heerlijkheid van Kristus en de kerk, Delft 1731; Bijbel- en Zededichten, Delft 1736; Dichttafereelen, bestaande in Hofdichten, (waarin: Koningsrust en [Delfs] Havenzicht,) Zinnebeelden en Zedezangen, Maassluis 1737 en een vers in het Panpoëticon van Arnoud van Halen.