[Simon Schijnvoet]
Schijnvoet (Simon), in 1652 te 's-Grav. geb. uit een' vader van Dresden afkomstig, vestigde zich later te Amst., was er bouwmeester, beoefenaar der teeken- en graveerkunst, verzamelaar van munten en zeldzaamheden, die door Abr. Bogaert (blz. 82) beschreven zijn en hield zich ook bezig met de letteren. Naar toenmalige gewoonte werd hij door zijne beschermers met verschillende betrekkingen begunstigd; het laatste was hij substituut van den Schout, voor zooveel diens ambt het aalmoezeniersweeshuis betrof, en woonde in dat gebouw. Hij overl. te Amst. den 29 Oct. 1727 en werd te Diemen begraven.
Van hem versch.: Kort-bondige Zinspreuken en zeede-lessen, Amst. 1689, benevens gelegenheidsgedichten. Meer bekend zijn zijne Lusthofs-sieraden, ald. in 2 folianten bij den kunsthandelaar F. de Witt uitgegeven; zijn broeder Jacob Schijnvoet graveerde de platen in den Schatkamer van Lud. Smids, naar zijne eigene teekeningen en die van Simon, wiens jongere naamgenoot hier volgt.
(Navorscher, 1887, '88.)