[Jacob Gijsbert de Hoop Scheffer]
Scheffer (Jacob Gijsbert de Hoop), geb. te 's Gravenhage 28 Sept. 1819, studeerde in de theol. en letteren te Leiden en Utr., en aan het Doopsgez. Semin. te Amst., was in 1843 leeraar bij de Doopsgez. gemeente te Hoorn, in 1846 te Gron., in 1849 te Amst., was sedert 1859 dertig jaar lang hoogleeraar aan het Seminarium van de Algem. Sociëteit der Doopsgezinden aldaar en is thans emeritus.
Hij schreef eene verhandeling over Lodewijk van Velthem in de Vaderl. letteroef. van 1837; Cupido, bloemlezing uit onze oude minnedichters, Amst. 1843, (zonder naam, met J. Tideman); Het Nederl. karakter der Maatsch. tot Nut van 't Alg., Amst. 1857; Overzicht van de geschied. der Doopsgez. Broederschap, Amst. 1860 en 1869; Geschied. van de Hervorming in Noord-Nederland tot op 1531, Amst. 1873; Verder opstellen in verscheidene verzamelingen, tijdschr. en jaarb., die onder zijn bestuur of zijne mede-red. werden uitgegeven, als: Werken der vereeniging voor Oud-Nederl. letterkunde, Braga, dl. 2, in Gruno, Waarheid in liefde, Vaderl. letteroefeningen, De Gids; De Navorscher, 1856-'60 onder zijn medebestuur, zijne art. onder psd., Constanter, Doopsgez., bijdragen, en in de Studiën en bijdragen op 't gebied der theologie.