[Henri Jean Roullaud]
Roullaud (Henri Jean), van vaderszijde tot de uitgewekene protestanten behoorende, werd te Amst. geb. 2 Sept. 1729 en is daar overl. 28 Aug. 1790; hij werd voor den handel opgeleid, doch beoefende de letteren in den genootschappelijken smaak van zijn tijd, droeg zijne stukken in die kringen voor, plaatste ze in de in aantal toenemende tijdschr., vertaalde voor het tooneel en werkte mede aan de talrijke verzamelingen van godsd. liederen, waarvan enkele ook in de kerkelijke bundels voorkomen.
Afzonderlijk verschenen te Amst.: Aristomenes, trsp. 1755; Adela, gravinne van Ponthieu, trsp., 1762; De jaloersche vrouw 1788; Blaise en Babet, blsp., 1788; De graaf van Waltron, krijgsspel, 1789; De twee jonge Savoyaards, blsp., 1780; De Optimist of alles wel, trsp. 1790. Men vindt letterarbeid van hem in de Letteroef. van Diligentiae Omnia; Alg. Magazijn; de vert. van Gellert's Fabelen; de psalmen van Laus Deo; de Uitgezochte Liederen, Westzaan 1810; de Christelijke Gezangen der Doopsgez. Amst. 1761 en 1791; die der Evang. Luthersche gem., 1826. Tot zijne geschr. in 't Fransch behoort eene vert. van Krelis Louwen, als: Alex.-le-Gr., ou le Paysan Roy, 1751.
(Mnemosyne, XVI [VI].)