[Sytse Frederik Willem Roorda van Eysinga]
Roorda van Eysinga (Sytse Frederik Willem), broeder van den voorg., geb. te Batavia, 3 Jan. 1827, begon zijne studiën in 1845, doch moest twee jaar later wegens gezichtsverzwakking zulks opgeven. Na negen jaren, in wijsgeerige overdenking doorgebracht, erlangde hij genezing, hervatte zijne studiën 3 Nov. 1856 te Utrecht, en werd 25 Nov. 1858 te Leiden als theol. stud., ann. stud. 14, ingeschreven. Na voltooiing dezer wijsgeerige en theologische nasporingen was hij in 1861 hulpprediker op Urk, en werd 1862 pred. der kleine herv. gem. te Grevenbicht, legde zijn ambt neder, en vestigde zich 1868 in Den Haag. waar hij in den bijzonderen kring zijner geestverwanten het Evangelie predikte volgens zijne opvatting. Door somnambulisme van een driejarig zenuwlijden genezen, wijdde hij zijne onderzoekingen aan dit onderwerp, aan het spiritisme, geestesmanifestatiën, schr. daarover, redigeerde tijdschriften in dezen geest, ook in 't Fransch en Duitsch. Ook bestuurde hij in 1889 en '90 het tijdschrift Androcles, en was in 1868 oprichter der Haagsche afd. van de Mij. Tot nut van den Javaan.
Schr.: Leek en schriftgeleerde, Leiden 1859; De zelfopenbaring Gods in den menschelijken geest, ald. 1865; Christendom en Cultuurstelsel. Leerrede uitgespr. te Leiden, Arnh. 1867; Nederl. en Insulinde. Leerrede uitgespr. te Nijmegen, 's-Bosch 1868; Het spiritisme en de openb. meening, I. Schermutselingen op de voorposten, - II. De leiding van den tijdgeest, - III. Het hart van het vraagstuk, 's-Grav. 1874-'76; gaf uit: In de opleiding der vrouwen ligt de toekomst der Maatschappij, 's-Grav. 1872; en red. het Spiritistisch tijdschr. in vrije afl., 2 series, ald. 1872-'81; De blijde Boodschap, ald. 1886-'88.