singa (2½ deel), 4 deelen, Amst. 1830; Volkslied in tijden van oproer, Kamp 1830; De Landstorm. Volkslied, ald. 1831; Op het zegevierend binnenrukken van Neerlands heldenschaar in Leuven, ald. 1831; Aan den Koning en Neerlands heldenschaar, en andere toepasselijke uitboezemingen, Amst. 1831; Volksboete op den gedenkwaardigen Bededag van 2 December 1832, Kamp. 1832; Het kasteel van Antwerpen en vroegere krijgstooneelen, in zangen, ald. 1833, De stomme getuige van het menschelijk hart, in romantische tafereelen, Amst. 1833; Blikken in het menschelijk hart of een spel der verbeelding, vervolg op het voorgaande werk, Breda 1841; Intogt der verdedigers van het kasteel van Antwerpen binnen Kampen, Kampen 1833; Algemeen Javaansch-Nederduitsch en Nederduitsch-Javaansch Woordenboek 2 deelen, ald. 1835; Javaansche Spraakkunst en autographische tafelen, Amst. 1835; Neerlands roem in Oost-Indië, Dichttafereelen, ald. 1835; De Kardinaal de Richelieu, treurspel, ald. 1836; De voordeelen van een goede opvoeding. Verhandeling, Kamp. 1836; Op het onverwacht afsterven van den baron J.J. Gansneb, genaamd Tengnagel tot den Luttenberg, wethouder van Kampen, Kamp. 1836; Hamlet, treurspel van William Shakespear, metrisch overgebragt met een inleiding en aanhangsel van J(urrien) M(oulin), ald. 1836; Op het onverwacht ontslapen van H.M. de Koningin, den 12 Oct. 1837, op muzijk gebragt met begeleiding van Piano-Forte, 1837; Aardrijksbeschrijving van Ned. lnd. met kaart en register, Breda 1839; Raden Mantri, eene Romance naar een Indisch handschrift, ald. 1838; Tjeritera enz. (of beschrijving in het Hoog-Maleisch van den Lt. Kolonel de Stuers over het vergaan van het stoomschip Willem I), ald. 1839; Indië tot bevordering der kennis van Nederlandsch Indië en het Nederduitsch en Maleisch (Nederd. en Maleisch), ald. 1838. (Hiervan verscheen alleen een prospectus en proef blad); Schokland in 1839. Uitboezeming, Amst. 1839; Fragment van het verloren Paradijs naar Miltons eerste boek (in de Recensent), 1839. Handboek der Land- en Volkenkunde enz. van Ned. Indië, 3 deelen in 5 banden, Amst. 1841-1850; Vrije vertaling van het Maleische dichtstuk Geschiedenis van Abdoel Moloek (in het Tijdschrift van Neerlands Indië), Bat. 1848; Nederduitsche vertaling in 69 zangen van het Javaansche heldendicht Brata Ioedha, ald. 1849; Feestzang bij de plegtige inhuldiging en krooning van Z.M. Willem III, Leid. 1849; Uitboezeming bij den dood van Mr. W. Bilderdijk, Leid. 1850; Oostersche en Westersche Harptoonen aan godsdienst, deugd en min gewijd, Utr. 1855; Voorlezing over kolonisatie door Nederlanders in Nederlandsch Indië, Haarl. 1856. Voorts verscheiden werken over Maleische taal en dichtkunde, gedichten in almanakken, vertalingen, recensiën, verhandelingen opgenomen in het tijdschrift voor Nederlandsch Indië en andere maandwerken.
(Hand. Mij. Ned. Lett., 1857.)