Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 666]
| |
majoor der infanterie lid van de 2e Kamer der Staten-Generaal, en van 3 Nov. 1877 tot zijn dood minister van oorlog; hij overl. 30 Dec. 1878. Hij schreef behalve eene handleiding tot de kennis der Vad. Gesch.: Geschiedenis van het 7e Regiment Infanterie, Arnh. 1857; De vestingoorlog en de vestingbouw in hunne ontwikkeling beschouwd, 's-Hage 1862; Bijdr. tot de kennis van ons verdedigingsstelsel, Breda 1864; De versterking van Parijs. Eene bladz. uit de parlem. gesch. van Frankrijk. Amst. 1874; De Val van het tweede keizerrijk, 2 dln., Schied. 1875. Voorts verscheidene kleinere geschriften als: Nederland bij een oorlog tegen Pruisen; de kadettenscholen in Zwitserland; het Zwitsersche militieleger. |
|