[Willem Rogghé]
Rogghé (Willem), den 2 Aug. 1824 te Aalst geb., werd op zijn 10de jaar reeds boekdrukker te Gent. Zijne opvoeding was zeer verwaarloosd, waarom hij zich later zelve vormde. Sedert 1841 was hij werkzaam op de drukkerij van de Gazette van Gent, waarvan hij opsteller werd, doch sinds 1856 tot 1874 stond hij ook aan het hoofd van eene handelszaak, vooral van Nederlandsche boeken, en thans woont hij als rentenier te Gent, waar hij als gemeenteraadslid zetelde van 1879 tot 1885.
Zijne gedichten zijn in jaarboekjes en bloemlezingen verspreid; de voornaamste zijn: 't Lied van mulder Jan; Verknochtheid, 1847; Neemt u in acht, 1847; De Eik, dichtstuk, Antw. 1848; Hebt gy geen maegdelyn zien gaen, Antw. 1853; By de bron, Gent 1854; Vaderlandsche hymne, Hulde aen H.H.M.M. den Koning en de Koningin der Belgen, Gent.