leerbegrippen zou uitstrekken; het denkbeeld werd, als nog ontijdig, niet verwezenlijkt. Zijne meer bekende werken zijn: Tafereel van de geschiedenis der jongste omwenteling in de Nederlanden in 1795, Zutf. 1797; De kerk van Jezus één en ondeelbaar, Leid. 1798; Gesch. der staatsregeling van het Bataafsche volk met de silhouetten van de leden der nationale vergadering, Amst. 1799; Reize van den jongen Agathon naar het land van geluk, Leid. 1805. Voorts gaf de talentvolle en ongemeen werkzame man nog een aantal leerredenen, brochures en artikels, voornamelijk in de Bijdragen tot het menschelijk geluk en in de Wijsgeerige en Zedekundige Mengelingen. De Maatsch. tot Nut van 't Alg. gaf van hem uit: Zedekundig leesboek in den vorm van geschiedenissen, in 1804 zonder zijn naam verschenen, en in verscheidene uitg. jarenlang op de scholen gelezen.
(J. Roemer, Troostrede, Leid. 1806.)