[F.J. Poelhekke]
Poelhekke (F.J.), zoon van den voorg., geb. te Deventer 1846, stud. te Warmond, werd kapelaan te Leiden, daarna te Haarlem, en is thans pastoor te Kudelstaart.
Schr.: bijdr. in tijdschr. als De Katholiek, De Wachter, enz., vertaalde: het geschr. van Neofitus, ex-rabbijn, Laster of misdaad? Hist. bijdr. tot de kennis van het Judaisme. Het christenbloed bij de Joodsche ritueele gebruiken der moderne synagogen, onthullingen, 2 dln. 1883; Het leven van Z.H. paus Leo O'Reilly, 's-Hert. 1887; verzamelde Dichtjuweelen van Vondel, Leiden 1875, en gaf een bundeltje uit: Kerstgave. Dichtjes, Culemb. 1885.