[Cornelis Gijsbertsz. Plemp]
Plemp (Cornelis Gijsbertsz.), geb. 25 Aug. 1594 te Amsterdam, werd te Haarlem, daarna te Leiden in bijz. lessen opgebracht tot de studiën aan eene universiteit, die hij, als katholiek, volgde, studeerde te Haarlem in de dichtkunst en welsprekendheid, te Leiden in het Grieksch, te Leuven in de geneeskunde en te Douai in de rechtsgeleerdheid; te Orleans in het laatste vak, gepromoveerd zijnde, vestigde hij zich in Den Haag en daarna te Amsterdam, waar hij in Juli 1610 huwde, veel omgang had met de geletterden van dien tijd, bijzonder met de beide Vondels (Willem en Joost), en Hooft; hij is 17 Dec. 1638 in de Nieuwe kerk begraven.
Behalve een groot aantal Latijnsche dichtwerken gaf hij in Nederduitsche poëzie: Der Herdooperen Anslach op Amsterdam (uit het Latijn van Jan van Nieuwveen), Amst. 1660; ook vervaardigde hij Nederduitsche gedichten in de voetmaat der ouden. Bijzonderheden van zijn leven en den inhoud van zijn hist. en beschrijvend gedicht: Amst. monogrammon vindt men in onderst. werk.
(Dr. P. Scheltema, Aemstel's Oudheid, VI, 3-15.)