[Johan Picardt]
Picardt (Johan), geb. 5 Februari 1600 te Bentheim, studeerde sinds 10 Oct. 1622 in de godgeleerdheid en werd in het volgend jaar pred. te Egmond-aan-Zee. Tijdens zijn verblijf aldaar, werd hij te Leiden tot doctor in de geneeskunde bevorderd. Den 19 Nov. 1644 kwam hij te Rolde; omdat hij over bijbelteksten preekte, die zijne hoorders wat vreemd achtten, en daarentegen de gewone evang. plaatsen nooit tot zijne onderwerpen koos, kreeg hij onaangenaamheden; daarop schreef hij: Tractaat over de waardigheid des predikambts; de Synode kende hem het betwiste recht der keuze van zijne teksten toe, zoodat dit opstel wel ongedrukt bleef. Den 16 April 1648 aanvaardde hij zijn' dienst te Koevorden, en overl. aldaar 21 Mei 1670.
Hij schreef: Korte beschrijving van eenige vergetene en verborgene antiquiteiten der provintiën en landen, gelegen tusschen de Noordzee, de IJssel, de Emse en Lippe, waarbij gevolght zijn Annales Drenthiae, mitsgaders korte beschrijving van Coevorden, met kaart, pl. en portr., Amsterd. 1680, Amst. 1731, Gron. 1745. Door dit boekske vestigde hij de aandacht op de Drentsche steengraven, zoodat van deze nog een en ander bewaard bleef.
(Drentsche Volks-alm., 1842.)