[Simon Oomius of Ooms]
Oomius of Ooms (Simon), in 1628 geb. te Heenvliet, de eenige standplaats van zijn' vader Cornelis Simonsz. Oom, Oomius (1620-'46), stud. sedert 1649 te Utrecht, en prom. in de theologie. Zijne eerste standplaats was Purmerland, waar hij in Febr. 1654 kwam. Gedurende het jaar 1674 diende hij als legerpredikant, keerde toen naar zijne gem. terug, vanwaar hij naar Kampen ging, Jan. 1678; hij overl. daar in 't najaar van 1706.
Hij is een der vruchtbaarste en meest gelezen schrijvers van stichtelijke boekskens, die herhaaldelijk gedrukt werden, en zeldzaam zijn: Opmerking en bestiering tot waare vergenoeging, Amst. 1658; Prophylaeticum vitae, Ofte Bescherminge des Levens tegens Selfs-moorderije, Amst. 1660; De Bestieringe der Gedachten, Amst., 1660; Weenen der Tortelduyven of Geloovigen, Amst. 1661; Eirenicum of Vrede-Schrift in dese verwerde ende twistige tijden, Amst. 1662; Des Heeren verderflicke Pyl van de Pest, Amst. 1665 en 1683; een paar geschriften tegen het Turckdom en de paepsche Religie; Troost-Fonteyn, met een ged. van Hier. Sweerts, 1660, veelmaal gedr.; Schriftverlicke prognosticatie, 1666; Brandt-clock; ook gaf hij een Huysboeck voor de 52 Zondagen uit, en schr. onder den invloed van den tijd: Oorloghs-bazuine, I, .. om onder de Baniere van onzen seer gewenschten stadhouder Willem III kloeckmoediglick te vechten, 1672; dl. II, opgedragen aan Tromp, 1673; Troost-bazuyne, geblaesen ter aenmoedinge; 1673; Triumpbazuyne, 1674 en Vrede-bazuyne, Amst. 1674, alle in prinsgezinden geest.