Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 564]
| |
Delft en verliet die inrichting met diploma als werktuigkundig ingenieur. Tot 1875 was hij in betrekking bij de Maatschappij tot exploitatie der Staatsspoorwegen, laatstals Inspecteur der lijn Limburg-Luik. In 1876 ging hij als verslaggever der Nieuwe Rotterdamsche Court. naar de wereldtentoonstelling te Philadelphia. Na ontslag verzocht te hebben bij de exploitatie-maatschappij, werd hij in 1877 benoemd tot vasten correspondent van gemeld blad te Parijs, welke betrekking hij sedert bleef bekleeden. In 1878 maakte hij deel uit van de internat. Jury der wereldtentoonstelling aldaar, welke onderscheiding hem in 1889 aldaar wederom te beurt viel. Tusschentijds, in 1881 en 1884, deed hij reizen Algiers en Spanje, waarvan hij zijne indrukken in de N.R.C. op onderhoudende wijze mededeelde. Verder schreef hij: Algerie, voordracht gehouden te Amsterdam den 12 Juli 1883, Leiden 1883; In Spanje. Reisindrukken, Leiden 1884; La Section Hollandaise à l'exposition universelle de Paris 1889, Harlem z.j. Voorts onderscheidene bijdragen in Fransche tijdschriften. |
|