[Karel Jozef van den Nest]
Nest (Karel Jozef van den), te Antwerpen geb. 10 Febr. 1808, begon zijne studiën te Turnhout, bezocht het college te Leuven, en de seminariën te Atrecht en te Mechelen, waarna hij in 1832 tot priester gewijd werd. Hij was achtereenvolgens vicaris van St. Antonius te Antwerpen, toen van St. Geertruida te Leuven, en daarna kapelaan in de O.L. Vr. kerk te Antwerpen. In 1845 deed hij eene reis naar Italië; in 1860 werd hij opperaalmoezenier in de cellulaire gevangenis te Leuven, en in 1865 pastoor te Elewijt bij Mechelen, in welk dorp hij 13 Oct. 1871 overleed.
Hij schreef: Godsdienstige gedichten, Antw. 1843; Gedichten, Antw. 1844; Italia, Antw. 1851; Het Antwerpsch maegdenhuis, zijn oorsprong en voortgang, Antw. 1852; Hulde aen den E.H. Petrus Visschers, pastor van St. Andrieskerk te Antwerpen, Antw. 1852; 300jarig jubelfeest der instelling van het Antwerpsch maegdenhuis, Antw. 1852; Beschryving van het plegtig feest der afkondiging van het geloofspunt der Onbevlekte ontvangenis gevierd te Antwerpen den 4den Meert 1855, Antw. 1855; Over den invloed uitgeoefend door de Pauzen in Italië op de ontwikkeling der kunsten en wetenschappen sedert dezer heropkomst tot op onze dagen, Antw. 1857; Merkweerdigheden van Italië, Antw. 1857; Merkweerdigheden van Italië en Pisa, Antw. 1859; Merkweerdigheden van Florentië, Antw. 1861.