[Mr. Huibert Gerard baron Nahuys van Burgst]
Nahuys van Burgst (Mr. Huibert Gerard baron), geb. 28 Maart 1782, te Amst., prom. in de rechten, en ging kort daarop naar Indië, waar hij na veel omzwervens behouden aankwam. In 1809 ging hij er over Amerika nogmaals heen, was daar twee jaren in den krijgdienst tijdens den oorlog tegen de Engelschen; krijgsgevangen gemaakt, werd hij eerst naar Bengalen, later naar Engeland gebracht. In 1814 ging hij als commissaris van den Souvereinen Vorst naar Java, woonde in 1815 den veldtocht in België bij, ging in datzelfde jaar weder naar Indië, waar hij verschillende betrekkingen bekleedde, en eene belangrijke rol speelde in den krijg tegen Diepo Negoro, en in de onderhandelingen met de keizers van de vorstenlanden om van hun rijk afstand te doen. In 1830 werd hij op zijn verzoek gepensionneerd, en keerde naar Nederland terug; in 1836 ging hij voor de vijfde maal naar Indië als raad van Indië en Generaal-Majoor titulair, doch keerde in 1839 voorgoed naar 't vaderland terug. De laatste jaren bracht hij in rust op zijn kasteel Burgst onder Prinsenhage bij Breda door, waar hij 12 Januari 1858 overleed.
Hij schreef: Schets van Benkoelen op de Westkust van het eiland Sumatra, Amst. 1826; Beschouwingen over Nederlandsch Indië, 's-Grav. 1847, 2de druk, 1848. Ook gaf hij uit eene Verzameling van officieele rapporten betreffende den oorlog op Java in den jare 1825-'30, voorafgegaan door eenige aanmerkingen en mededeelingen, 4 dln., Dev. 1835-'36, en beschreef zijn eigen leven, dat na zijn dood gedrukt werd.
(Dr. Wap, Herinneringen, enz., 's-Bosch 1858.)