Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde

[Jacob Muyldermans]

Muyldermans (Jacob), den 8 Sept. 1855 geb. te Kappellen-op-den Bosch (Brabant), studeerde de humaniora in het St. Romboutscollege te Mechelen, trad in het aartsbisschoppelijk seminarie en werd priester gewijd in Sept. 1879. Na te Leuven de taal- en opvoedkunde te hebben gestudeerd, werd hij leeraar in het college te Aarschot, van welk gesticht hij in Jan. 1884 bestuurder werd. Sedert 1887 is hij te Mechelen gevestigd als opziener van het godsdienstig onderwijs voor de lagere scholen van Brabant.

Hij schreef: Over Volkstaal, voordracht gegeven voor de leden van St. Albrechtsgilde, Oogstmaand 1880, Leuven 1881. Con-

[p. 537]

science en zijn werk. Lijkrede in het oratorienhof uitgesproken na de plechtige Mis, die tot zielelafenis van Hendrik Conscience, in St. Pieterskerk, op Zondag 11 Nov. 1883, opgedragen werd vanwege de vereenigde katholieke Vlaamsche maatschappijen van Leuven, Leuven 1884; Onze Strijd, eene voorlezing, Leuven 1884; Geloof en Vaderlandsliefde, voordracht gegeven te Gent in Januari 1887, Gent 1887; Hulde aan de Bo, redevoering uitgesproken te Poperinge bij de onthulling van zijn praalgraf op 28 September 1887, Gent 1887; Opgaande taal- en letterkundige lessen op stukken van Nederlandsche bloemlezing door Bols en Muyldermans, Gent 1887, 3e uitgaaf; Hendrik Tollens, eene studie, Gent 1889; Pater Poirters herdacht, eene voorlezing, Leuven 1889; Handboek voor het onderwijs der Nederduitsche taal, opsteloefeningen ten gebruike der leeraars van het middelbaar onderwijs, Mechelen 1889. Verder maakt hij vele vertalingen naar het Duitsch, terwijl hij ook werkzaam was in de tijdschriften De Nieuwe School- en Letterbode en in Het Belfort.