[Joannes de Mey]
Mey (Joannes de), geb. te Middelburg 2 Sept. 1617, stud. te Leiden van 3 Nov. 1634 tot 1639, toen hij als theol. cand werd bevorderd. In 1641 werd hij pred en nam in het volgend jaar aan voor vijf jaar pred. in O.-Indië te zijn. Reeds was hij op reis, doch vernam, door storm te Plymouth binnengeloopen, dat hem de naam van onrechtzinnigen was nagegeven; hij gaf de reis op en ging naar Londen, voornemens om de beschuldiging te wederleggen. Daartoe nam hij echter den weg over Frankrijk, prom. in de medicijnen te Valence, zag een klein deel van Italië en reisde door Zwitserland en langs den Rijn huiswaarts, waar hij zich in Januari 1643 voldoende verdedigde, ofschoon hij, als bekend beoefenaar der natuurwetenschap gedurig onder verdenking was. Na een aandeel gekocht te hebben in eene plantage op St. Eustatius, preekte hij daar, ook in 't Fr. en Eng., werd in 1645 pred. te Zoutelande, drie jaar later te Sint-Laurens en deed, na voorafgegane tegenwerking, zijne intrede in zijne geboortestad, 6 Febr. 1650; in 1676 werd hij hgl. aan de Ill. school en overl. aldaar 8 April 1678, na een hoogst werkzaam leven. In 1652 was hij pred. bij de Chambremipartie, en bediende als legerprediker het volk, dat in 1673 de noordkust van